maandag 10 juni 2013

Glaswerk

Bij een chique diner kan het nog wel eens zijn dat de hele tafel vol staat met allerlei verschillende glazen. Best logisch dus dat je af en toe niet precies weet wat je waar in hoort te schenken. Tegenwoordig worden de regeltjes rondom de tafeletiquette vaak niet meer zo heel serieus genomen. Maar mocht je ooit indruk willen maken, bijvoorbeeld met Kerst of een etentje voor je schoonouders, dan is het wel zo leuk om er even wat aandacht aan te besteden.

Wat nou precies de regeltjes zijn is nu ook heel lastig om te vinden. In verschillende boeken en op verschillende websites worden andere manieren aangegeven. Maar de basis is wel ongeveer hetzelfde.



Plaatsing:
De glazen worden rechtsboven van het bord neergezet. Net zoals bij het bestek wordt er bij de glazen van buiten naar binnen gewerkt, dus het glas wat als eerste wordt gebruikt staat rechts. Het waterglas staat natuurlijk niet echt in een volgorde, deze staat altijd helemaal links. Het glas wat bij het hoofdgerecht moet worden gebruikt om uit te drinken, hoort recht boven de punt van het mes te staan. 

Je pakt natuurlijk niet het glas van je overbuurman. Als degene tegenover jou per ongeluk toch uit jouw glas drinkt zeg je er niks van. Mocht je toch gruwelen bij het idee dat je nu uit hetzelfde glas aan het drinken bent raak je het glas niet meer aan (jammer, maar helaas).

Wat hoort in welk glas?
Vooral vroeger waren mensen hier erg streng is. Er werd ook vanuit gegaan dat iedereen aan de vorm van een glas kon zien wat voor drank er in hoorde geschonken. Zelfs voor verschillende soorten rode wijn waren andere vormen. 

Tegenwoordig zijn er zo veel verschillende vormen van glazen dat de gastheer/gastvrouw wat vrijer wordt gelaten in de keuze. Wat vooral duidelijk moet zijn is het verschil tussen het rode - en het witte wijnglas. Dit is eigenlijk al te zien aan de grootte: de kelk van het rode wijnglas is groter dan die van het witte wijnglas.
Het waterglas is van vorm natuurlijk anders dan de wijnglazen die je gebruikt, dus ook makkelijk te herkennen. 
Als je na het eten nog een borrel wil drinken, of een portje bij de kaas bijvoorbeeld, maakt het niet zo heel veel uit hoe het glas er uit ziet. Waarschijnlijk zijn de wijnglazen dan al van tafel en het is toch wel duidelijk dat er in een klein glas een borrel hoort.

Leegdrinken:
De wijn drink je op je eigen tempo. Je nipt er een beetje aan maar het is niet te bedoeling dat het glas in drie slokken leeg is. 
Water mag je zo veel als je wilt, hier word je niet dronken van dus hoef je je niet in te houden.
De borrel na het eten is niet te vergelijken met de borrel om half 3 in de kroeg. Het hoeft niet in één keer achterover te worden geslagen. Lekker nippen en genieten. Deze borrel heeft namelijk niet als functie om je nog verder van de kaart te brengen maar om de maaltijd af te sluiten. Als je eigenlijk dus niet van de smaak houdt, neem dan ook niks.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten